Ik kwam lang geleden in contact met verkeersrecht toen ik mijn stage deed. Ik zag hoe het eraan toeging – zonder begeestering, bandwerk -, en wist meteen dat ik het anders zou doen, ooit. En die belofte aan mezelf heb ik gehouden. Wat doe ik dus wanneer ik zo’n verkeerszaak aanneem?
Ik ga op zoek naar wat er nog te vertellen is wanneer je denkt dat er niets te vertellen is. Er is bijvoorbeeld een groot verschil tussen te snel rijden omdat je frietjes koud werden, of te snel rijden omdat je net hoorde dat je vrouw in het ziekenhuis werd opgenomen… En er zijn nog factoren die je strafmaat kunnen bepalen: hoe sta je tegenover de toekomst? Heb je al iets gedaan met de inbreuk die je pleegde? Wil je er iets mee doen? Iedereen loopt wel eens met zijn kop tegen de muur. Als je daar van kan leren, word je een beter mens, dàt is mijn overtuiging. Die omstandigheden en belangrijke randinformatie ga ik voor jou uitleggen in de Politierechtbank. Daar néém ik ook mijn tijd voor – en dat mag je letterlijk nemen.
Er worden elke dag in de rechtszaal van de Politierechtbank véél zaken behandeld en beoordeeld, vaak is er te weinig tijd om elk dossier op zich uitgebreid te bespreken. Terwijl je die tijd wel nodig hebt om de oh zo belangrijke verzachtende omstandigheden van jouw verhaal te laten horen. De kunst is dan om die ruimte voor jou toch te krijgen. Door mezelf goed voor te bereiden, door mijn ervaring en mijn empathie zorg ik er in elk geval voor dat jouw kant van het verhaal – die soms het verschil kan maken en een mildere straf kan opleveren – gehoord wordt.
Als advocaat in verkeerszaken maakt ik graag de brug tussen jou, de feiten en de rechtbank. En ja, vaak is het een operatie ‘schadebeperking’. Maar ook dan is het belangrijk je te laten bijstaan, want er is een groot verschil tussen een rijverbod krijgen van een week, of een van zes maanden, bijvoorbeeld. Daarbij kan ik je helpen. Dat doe ik niet door de feiten te ontkrachten – want dat zou respectloos zijn tegenover eventuele slachtoffers – maar door een context en duiding mee te geven aan de rechter.
Dat wil niet zeggen dat ik blind blijf voor de feiten die werden gepleegd. Als ik pleit, doe ik dat vanuit het hart en dus oprecht. Ik keur niet alles goed wat je doet, maar ik wil wél dat je weet dat ik geen oordeel heb als je bij me komt om hulp. Het enige wat ik wil doen, is je zo goed mogelijk bijstaan, tijdens je zaak en daarbuiten. En dat wil zeggen dat ik jou ook eerlijk de waarheid zal vertellen. Niet met een belerend vingertje, maar in de hoop dat ik je kan helpen tot schuldinzicht te komen. Schuldinzicht krijg je niet enkel door een straf: het is belangrijk dat je ook écht onder ogen ziet wat je deed en wat daar de gevolgen van zijn of zouden kunnen zijn. Wat je overkwam is een deel van het verhaal, maar wat jij ermee doet vind ik minstens zo belangrijk. En ook daar wil ik je bij helpen. Omdat ik bij elke zaak toch hoop dat ik je geen tweede keer moet verdedigen voor dezelfde feiten.