Kunnen we niet gewoon van tafel en bed scheiden?
Dat is een vraag die ik regelmatig krijg van koppels, maar het antwoord dat ik dan geef is totaal verschillend van wat zij in gedachten hadden …
Wat de meeste mensen bedoelen met die bewuste scheiding van tafel en bed is dat ze – al dan niet getrouwd – gewoon uit mekaar gaan. En vermits er dan inderdaad geen gemeenschappelijke tafel (lees: huishouding) en geen gemeenschappelijk bed (lees: intimiteit) meer is, is daarmee de zaak opgelost voor hen, ze zijn uit mekaar en klaar is kees.
De meeste mensen bedoelen eigenlijk met een scheiding van tafel en bed een feitelijke scheiding.
“Pas op”, zeg ik dan, want een feitelijke scheiding heeft soms wel eigenaardige consequenties.
Bijvoorbeeld voor wettelijk samenwoners blijft de ‘wettelijke samenwoonst’ bestaan (de verklaring die je op het gemeentehuis hebt afgelegd) en dus ook de daaraan verbonden gevolgen (onder andere bij overlijden) ondanks het feit dat jullie niet meer samenwonen.
Voor gehuwden blijft, ondanks de feitelijke scheiding, een aansprakelijkheid voor bijvoorbeeld OCMW schulden en ook – in een aantal gevallen – voor fiscale schulden.
Alleen voor feitelijke samenwoners is de feitelijke scheiding een feit, zonder consequenties, wanneer je gewoon ergens anders gaat wonen.
Maar hoe dan ook blijven er nog steeds een aantal zaken die altijd geregeld moeten worden, i.v.m. de kinderen, de aangekochte of gehuurde woonst, gemeenschappelijke schulden, enzovoort.
En voor gehuwden is het uiterst riskant nog gedurende lange tijd getrouwd te blijven terwijl je in feite niet meer samenleeft.
Dat kan allemaal via bemiddeling of de rechtbank geregeld worden.
En nu hoor ik u al vragen: “wat is die scheiding van tafel en bed dan wel?”
Dat scheiden van tafel en bed is een overblijfsel uit een ver verleden.
Toen de echtscheiding in West-Europa ingevoerd werd (en dat is nog niet zo lang geleden: in 1804), werd er ook voorzien in een scheiding van tafel en bed.
Waarbij bij de echtscheiding het huwelijk totaal ontbonden en onbestaand wordt, bleef (en blijft nu nog steeds) bij een scheiding van tafel en bed de huwelijksband bestaan, alleen de samenwoningsplicht en de solidariteitsverplichting worden opgeheven.
De getrouwheidsplicht (seksuele betrekkingen enkel met de eigen gehuwde partner) wordt echter niet opgeheven en blijft bestaan.
Bij een scheiding van tafel en bed is er, bij inbreuk op die regel, nog steeds overspel mogelijk.
Er is dus wel een scheiding van tafel, dat is duidelijk, doch de scheiding van bed betekent niet dat je een ander mag uitnodigen in je gescheiden bed …
Deze formule werd destijds meestal gekozen door mensen die absoluut van mekaar wilden scheiden maar om bepaalde redenen (meestal religieuze) de huwelijksband zelf onverkort wilden laten.
In de meer dan 40 jaar dat ik hier professioneel mee bezig ben als familiaal bemiddelaar en familierechterlijke advocaat, ben ik tot nu toe hier drie keer mee in aanraking gekomen.
Veel komt het niet meer voor, op de Familierechtbank in Antwerpen spreekt men van nog enkele dossiers per jaar.
Overigens is na de scheiding van tafel en bed de stap naar een echtscheiding niet zo groot.
Op eenzijdig verzoek van één van de partners kan de scheiding van tafel en bed gemakkelijk omgezet worden in een volledige echtscheiding.